De meeste sier-engelwortels zijn grote biënnales met enorme, koepelvormige schermbloemige bloemhoofdjes gevolgd door delicate zaaddozen.
De geribbelde, holle stengels zijn rozerood en worden traditioneel gekonfijt voor gebruik bij het bakken. Angelica maakt als plant een sterk architectonisch statement en werkt achter in een border of in een wild deel van de tuin, naast grassen en bloeiende vaste planten. Alle delen van engelwortel zijn zeer aromatisch en worden traditioneel zowel voor medicinale als culinaire doeleinden gebruikt.
Het is goed voor het planten van wilde dieren, omdat de bloemen aantrekkelijk zijn voor bestuivers en de zaden worden gegeten door vogels.
Meer kweekgidsen:
Ontdek hoe je prachtige engelwortels kweekt in deze handige kweekgids.
Kweek engelwortel in vochtige grond in halfschaduw. Mulch jaarlijks met goed verteerde mest of compost.
Zaai de zaden in de herfst of het late voorjaar in modules of direct in de grond. Zaai op het oppervlak van de grond of compost, aangezien de zaden licht nodig hebben om te ontkiemen. Snijd de stengels terug en graaf de plant op in de herfst van het tweede jaar, waarbij u de wortels verdeelt met een scherp mes. Verpot deze afdelingen in compost of direct in de grond waar ze gaan groeien.
Als je je eigen gekonfijte engelwortel wilt maken, pluk je de zachte jonge stengels in het voorjaar, vóór juni.
Er zijn verschillende recepten voor het snoepen van engelwortel, maar in wezen moeten stelen in kleine stukjes van ongeveer 4 cm lang worden gesneden en geblancheerd in een suikersiroop. Na het drogen kunnen ze worden bewaard in luchtdichte potten.
Verse stengels zijn ook een smakelijke toevoeging aan gestoofd fruit en engelwortelzaden kunnen worden gebruikt om likeuren op smaak te brengen.
Jonge zaailingen en planten zijn goed voer voor slakken en slakken, dus ze moeten dienovereenkomstig worden beschermd. Planten kunnen bij droog weer gevoelig zijn voor echte meeldauw, dus houd ze goed water. Bladluizen clusteren vaak rond de bloemhoofdjes en kunnen met een tuinslang worden weggeblazen, zolang er geen nuttige roofdieren zoals lieveheersbeestjes of hun larven aanwezig zijn.