Welkom bij Moderne landbouw !
home

De Vlaamse Gans

Door Stuart Sutton, Verenigd Koninkrijk

De gans is een van de meer intelligente vogelsoorten, heeft een goed geheugen en herinnert zich mensen, dieren en omgeving. Ganzen hebben ook een sterk ontwikkeld kudde-instinct. Al met al helpen deze eigenschappen hen om dieren bijzonder goed te beschermen tegen roofdieren en indringers. Ook pikken ganzen, in tegenstelling tot sommige andere soorten hoenders, elkaar niet en leven ze meestal in harmonie als groep of met andere dieren.

De Vlaamse gans of Oie de Flamande lijkt af te stammen van een oud en primitief ganzenras dat al sinds de 16e eeuw in Vlaanderen bestond. Verwant aan de Twentse Gans uit België, werd de vogel gefokt voor zowel veren als vlees. Het is zelfs bekend dat boeren de dieren één tot vier keer per jaar plukten voor hun witte veren en de grijze veren achterlaten om de vogel tegen het weer te beschermen.

De Oie de Flamande neemt een prominente plaats in in de Belgische pluimveeliteratuur en geniet nu ook de aandacht van zowel Franse als Belgische verenigingen die zich bekommeren om het welzijn van hun inheemse zeldzame pluimvee. Al in het begin van de 20e eeuw bekend in Vlaanderen en Frans-Belgische regio.

Pluimvee-expert en lange tijd directeur van het Franse tijdschrift Hunting and Fishing en directeur van de dierentuin van Gent en Düsseldorf, Louis Van der Snickt (1837-1911) schreef:“Het lichaam is amandelvormig. Om te plukken zijn de veren wit, ze laten de rest achter, dat wil zeggen die van het hoofd, de nek, de rug en de dijen aangezien deze grijs zijn. Hun speciale nut bestaat uit vier gewassen veren en zorgt voor een vette vogel voor Kerstmis. Vooral de witte variant is goed voor haar eieren, ze geeft 60 tot 100.”

Ze wordt vaak afgeschilderd als een geweldige wandelaar. In zijn boek van 1926, Breeds of Watervogels, V. Pulinckx-Eeman, redacteur van Jacht en Visserij schreef:“De Vlaamse Gans brengt zijn zomer door met grazen bij vee, vruchtbaar land, langs de wegen en aan de randen van het veld; daarom moet het op sterke benen staan; de gevouwen flap of huid op de borst zou hem nogal nadelig zijn. Een grauwe gans constitutie over een witte gans, maar de witte veer meer waarde dan de grijze ”

De Vlaamse gans is dan ook een rustiek ras dat graag wandelt en een goede grazer is. Het heeft twee varianten, namelijk wit of tweekleurig grijs en wit, waarbij de laatste verreweg de meest voorkomende is. Ze hebben een amandelvormig lichaam dat lang genoeg is met een sterke, licht geplooide nek. De snavel is kort maar robuust, hoog aan de basis en geel/oranje van kleur. De basis van de snavel is omgeven door een witte rand die ook op de kin te vinden is. De ogen zijn donkerbruin - sterker nog, hoe donkerder hoe beter. Het hoofd is sterk genoeg, want zijn nek is relatief kort, zijn rug is breed en de borst is breder dan diep, net als het lichaam. De vleugels worden strak tegen het lichaam gehouden en de staart is iets horizontaal. De sterke poten zijn roze tot lichtgeel van kleur. Gewichten zijn 11 tot 13 pond voor het mannetje en 9 tot 10 pond voor het vrouwtje, dat 60 tot 100 grote gespikkelde eieren per jaar legt. Ze fokt goed en wordt beschouwd als een goede moeder.

Deze prachtige gans beleeft een revival en lijkt een ras dat het waard is om te houden, met het Living Heritage Park in de provincie Wachtebeke, Oost-Vlaanderen, met een grote kudde van het ras in een open parkgebied.

Het lijkt meer aandacht te krijgen en het aantal fokkers neemt toe, ondanks het feit dat het nog steeds zeldzaam is, zelfs in Noord-Frankrijk en België. Het is elders bijna onbekend.

Met dank aan Jean-Luc Malpaux en www.kinderboerderijtorhout.be. Stuart Sutton is een specialist in pluimveerassen en erfgoed, en werkt als freelancer schrijver en fotograaf.


Veeteelt
Moderne landbouw

Moderne landbouw