Schaal is een zachtaardig insect dat zich verbergt onder een schelpachtige bedekking. Omdat het insect zich voedt met plantensappen, scheidt het een wasachtige of wolachtige substantie af die deze beschermende laag vormt. Schaal verschijnt meestal als gladde en bruine of dikke en witte bultjes op plantstelen of bladoppervlakken. Wanneer een plant wordt aangevallen door schaal, worden de bladeren geleidelijk geel en verliest ze kracht. Ernstig aangetaste planten kunnen afsterven.
Vrouwtjes leggen eieren onder de beschermende schelpen. Pas uitgekomen schaalinsecten hebben poten en kunnen zich verplaatsen en zich vestigen in nieuwe gebieden. Uiteindelijk vrouwelijke ?crawlers? op zijn plaats blijven zitten en onbeweeglijk worden. Mannelijke crawlers veranderen in een gevleugelde vorm. Schaal is te vinden in heel Noord-Amerika.