De kleur en staat van een bougie kan veel onthullen over wat er in uw motor gebeurt. Bijvoorbeeld, een plug die uit een goed werkende motor komt, is grijsachtig geelbruin tot wit. Schrik niet als de plug rozerood is, dit komt door het gebruik van additieven in loodvrije brandstof. Optredens die waarschuwen voor motorproblemen zijn onder meer:
- Een isolator getinte houtskool met een baktip die vochtig is van gas duidt op een defecte choke, te rijk brandstofmengsel, ontstekingsproblemen, lekkende brandstofinjectoren, of een te laag warmtebereik van de plug.
- Een met zwarte roet bedekte bakpunt kan wijzen op een te koud warmtebereik van de plug, een verkeerd afgestelde carburateur, of defecte choke.
- Wanneer de keramische tip, centrum, en elektroden zijn gecoat met een zwarte, olieachtige substantie, dan komt er olie in de verbrandingskamer, wijst op versleten ringen, klep gidsen, of klepafdichtingen (rechts weergegeven).
- een gebarsten, gechipt, of kapotte isolator wordt veroorzaakt door brandstof met een laag octaangehalte of een te lange timing.
- Elektroden die zijn geërodeerd, afgeronde randen hebben, en overmatig versleten zijn, moeten worden vervangen.
Tips voor het aandraaien van bougies
Er is zeker een truc om bougies goed vast te draaien. Autolite biedt deze handleiding aan om te volgen bij afwezigheid van een momentsleutel.
- Voor bougies van 14 mm en 18 mm met taps toelopende zittingen, draai de plug 1/16 slag verder dan handvast.
- Draai de pluggen van de pakkingzittingen van 14 mm en 18 mm 1⁄2 slag verder dan handvast.
- Draai de 12 mm pakkingzittingpluggen 3⁄8 slag verder dan handvast.
- Draai de pluggen van de pakkingzitting van 10 mm een kwartslag verder dan handvast.
Monteer bougies altijd met schone en droge schroefdraad om te voorkomen dat de bougies worden uitgerekt of te strak worden aangedraaid, wat kan leiden tot motorschade.