Lavendel komt oorspronkelijk uit Europa. Deze planten worden gewaardeerd om hun geurige lavendelbloemen, die worden gebruikt voor parfum en sachets, en hun grijsgroene aromatische blad.
Binnen kweken brengt een aantal uitdagingen met zich mee, dus volg deze tips voor het meeste succes.
Voor binnenkweek moet lavendel zoveel mogelijk licht krijgen. Het doet het het beste in een raam op het zuiden of waar het minimaal drie tot vier uur direct zonlicht kan krijgen. Draai de pot wekelijks voor een gelijkmatige groei en bloei. Zonder voldoende licht zal de lavendelplant een zwakke, spichtige groei produceren, geen bloemen meer produceren en vatbaarder zijn voor ziekten. Binnen zijn goede ventilatie en luchtcirculatie belangrijk, maar plaats de plant niet op een plaats waar deze wordt blootgesteld aan de directe stroom van geforceerde luchtwarmte. Ideale binnentemperaturen van de lente tot het midden van de herfst zijn 50 tot 55 graden F 's nachts en 70 graden F gedurende de dag. Tijdens de late herfst tot de winter moeten de temperaturen koeler zijn:45 tot 50 graden F 's nachts en 60 tot 65 graden F gedurende de dag. De lavendelplant zal er baat bij hebben om buiten naar een halfschaduwrijke plek te worden verplaatst nadat alle gevaar voor vorst voorbij is. In het voorjaar mag hij buiten op een zonnige plek geplant worden. Als de plant volwassen is, kan hij temperaturen tot 10 graden Celsius aan.
Drenk grondig bij het water geven en laat de grond tussen de gietbeurten lichtjes drogen. Controleer het bodemvocht door de grond met uw vinger te voelen. Overmatig water geven en de grond constant vochtig laten blijven, kan rotting veroorzaken. Laat de grond echter niet helemaal uitdrogen, anders reageert de lavendel met vergelende onderste bladeren. Als de lavendel in het voorjaar naar buiten wordt verplaatst, houd er dan rekening mee dat deze sneller uitdroogt en vaker water nodig heeft.
Het afsnijden van takken voor de bloemenoogst zorgt voor nieuwe groei en bevordert de bossigheid. Tip af en toe snoeien als meer bossigheid gewenst is. Houd er rekening mee dat bloemen worden geproduceerd aan de uiteinden van de takken en dat constant snoeien van de uiteinden de bloei zal verminderen.
In de lente en de zomer elke vier weken bemesten met een in water oplosbare universele meststof op halve kracht.
Verpot na een jaar of in het vroege voorjaar in een 8″ pot met goede kwaliteit potgrond.
Deze plant mag niet gegeten worden.