De kleine witte maden (larven) van deze plaag laten de wortels van het gewas bezaaid met donkere tunnels. Wortelroestvliegen richten zich op wortelen en aanverwante gewassen; pastinaak, selderij, knolselderij en peterselie. De vliegen leggen hun eieren in de grond bij deze planten. Wanneer de eieren uitkomen, tunnelen de maden in de wortels en kronen en blijven ze ongeveer een maand actief. Hoe langer rijpe gewassen in de grond blijven, hoe groter de kans dat ze worden beschadigd. De gravende activiteit van wortelroestvlieglarven laat een roestkleurige vlek achter, waaraan deze plaag zijn naam dankt. De tunneling beschadigt het uiterlijk van wortels, vermindert de bewaarkwaliteit en nodigt uit tot ziekte.
Wortelroestvliegen overwinteren in het popstadium en er zijn twee generaties per jaar. Deze plaag werd meer dan 100 jaar geleden vanuit Europa geïntroduceerd en heeft zich verspreid over de meeste delen van de noordelijke Verenigde Staten en Canada.
Preventie en bestrijding