Er worden twee methoden gebruikt om te bepalen of conceptie heeft plaatsgevonden. De eerste heet 'testparing'. De hinde wordt 14 tot 18 dagen na de eerste dekking teruggebracht naar de kooi van de bok. Als ze het mannetje weigert, meestal wordt aangenomen dat ze zwanger is; maar dit is geen onfeilbare methode. De beste methode is palpatie. Als de hinde drachtig is, een persoon kan met de duim en vingers een reeks knobbeltjes of knobbels in haar onderbuik voelen. De hinde moet voorzichtig worden behandeld, met slechts lichte druk, zodat de jonge embryo's niet gewond raken.
Deze techniek vereist oefening en je moet het "gevoel" leren door eerst laat in de draagtijd te palperen. Succesvolle palpaties kunnen steeds vroeger in de draagtijd plaatsvinden, zodat de vaardigheid wordt ontwikkeld.
Opnieuw fokken kan worden gedaan als er geen zwangerschap heeft plaatsgevonden.
De gemiddelde draagtijd (tijd vanaf het fokken tot de geboorte van de jongen) is 31 tot 32 dagen. Gedesinfecteerde nestkasten moeten tussen de 27e en 29e dag na het broeden in het hok worden geplaatst.
Aangezien de jonge konijnen zonder vacht worden geboren, ze hebben voldoende warmte nodig in de nestkast.
Zorg voor 6 tot 8 inch nestmateriaal zoals stro tijdens koud weer; 2 of 3 inch tijdens warm weer. Vlak voor het ontsteken, de hinde zal haar haar gebruiken om het nest te lijnen. Het is belangrijk om naar de hinde te kijken om te zien dat ze haar nest maakt in de nestkast; vooral een hinde uit het eerste nest.
Stoor de hinde niet direct na het aansteken, maar onderzoek het nest binnen 24 uur en verwijder eventueel vervormde of dode konijntjes. Haal de nestkast uit het hok als de konijntjes ongeveer 3 weken oud zijn of als de jongen de hele tijd buiten de bak zijn. Baby's kunnen worden gespeend op een leeftijd van 6 tot 8 weken.