Hoewel de meloenen die we van supermarkten kopen in warmere streken worden geteeld, is het mogelijk om je eigen meloenen in een kas te kweken.
Meloenen zijn nauw verwant aan komkommers en hebben vergelijkbare groeiomstandigheden nodig om te gedijen. Om ze succesvol te laten groeien, moet je ze van warmte, water en voedsel voorzien.
Ze kunnen behoorlijk krachtig zijn, dus regelmatig snoeien is nodig om ze onder controle te houden. Elke plant zou twee tot vier meloenen moeten produceren.
Volg de stappen in deze eenvoudige gids om je eigen heerlijke meloenenoogst te kweken.
Zaai twee zaden per pot met compost in een pot van 9 cm. Geef goed water en zet de potten vervolgens in een kweekbak bij een temperatuur van minimaal 18°C (65°F). Houd de propagator in een goed verlichte positie.
Verwijder na het ontkiemen de zwakkere van de twee zaailingen en houd de compost vochtig maar niet te nat. Nadat de eerste echte bladeren zijn verschenen, verlaagt u de temperatuur in de kweekbak tot een minimumtemperatuur van 15°C (59°F).
Uitplanten in het late voorjaar tot de vroege zomer. Knijp het belangrijkste groeipunt uit tot twee of drie knoppen, om de ontwikkeling van zijscheuten te stimuleren. Voeg een plantensteun toe, zoals een bamboestok, en geef goed water.
Terwijl de planten zich vestigen, blijft u de lange hoofdstengel aan een plantensteun binden. Zorg ervoor dat de compost altijd vochtig is, wat betekent dat u de planten elke dag moet controleren. Begin één keer per week met brijvoer toe te voegen om een sterke groei te stimuleren. Om te voorkomen dat de plant te vol wordt, knijpt u wekelijks de zijscheuten uit na drie of vier bladeren.
Meloenen produceren zowel mannelijke als vrouwelijke bloemen. De vrouwelijke bloem heeft een vrucht die zich achter de bloem ontwikkelt, terwijl de mannelijke bloem een dunne steel heeft. Insecten bestuiven de bloemen normaal gesproken, maar in een kas moet je ze misschien met de hand bestuiven. Identificeer eerst de vrouwelijke en mannelijke bloemen, op zoek naar de vrucht achter de vrouwelijke en de dunne stengel achter de mannelijke.
Kies een warme, zonnige dag wanneer de bloemen volledig open zijn. Kies een gezonde mannelijke bloem en verwijder de bloembladen om de binnenkant van de bloem bloot te leggen waar het stuifmeel wordt geproduceerd. Verplaats de mannelijke bloem voorzichtig naar de volledig open vrouwelijke bloem, waardoor het stuifmeel van de mannelijke helmknoppen kan overgaan op het vrouwelijke stigma.
Dun ontwikkelende vruchten uit, zodat er slechts vier meloenen kunnen groeien per potplant. Naarmate de vruchten zich ontwikkelen, goed water geven en voeden met een vloeibare voeding met een hoog kaliumgehalte, zoals smeerworteloplossing. Ondersteun zwaar fruit met een panty of gaas, zoals de netzakken waarin je sinaasappels koopt. Naarmate de vruchten rijpen, geven ze een zoet aroma af en worden ze zachter aan het uiteinde tegenover de stengel. De huid kan ook van kleur veranderen. Ten slotte zullen er kleine scheurtjes ontstaan op het fruit rond de stengel, wat betekent dat het tijd is om te plukken.