Voordat u vetplanten uit zaad begint te kweken, je moet het bodemmedium voorbereiden. Babyvetplanten zijn extra kwetsbaar voor bacteriën, dus gebruik nieuwe, in de winkel gekochte potgrond. Als dit geen optie is, giet je aarde in een ovenvaste pan en bak het minstens 30 minuten op 300 ° F. We weten, het klinkt bizar, maar de hitte zal alle bacteriën in de bodem doden.

Maak het grondmedium nat en giet het in de zaaibak. Succulente zaden zijn soms extreem klein, dus je moet ze in de gaten houden. Houd uw werkruimte en handen vrij van vuil en puin, zodat u geen kleinere zaden verliest.

Het kan lastig zijn om met de zaden om te gaan als ze klein zijn. Je kunt er veel met je vingertop verzamelen en ze op de grond strooien / sprenkelen. Alternatief, je kunt een wattenstaafje of ijslollystokje gebruiken om ze te hanteren. Grotere zaden, natuurlijk, zijn gemakkelijker te hanteren!

Zorg ervoor dat de succulente zaden voldoende uit elkaar staan ​​zodat ze niet in elkaar groeien als de rozetten zich beginnen te vormen. Ze hoeven niet begraven te worden, dus spreid ze gewoon over de grond en druk ze lichtjes aan.

Nu ze geplant zijn, de zaden moeten ontkiemen. Tijdens het ontkiemen, de zaden zullen vocht opnemen waardoor de eerder gedehydrateerde cellen uitzetten. het embryo, of babyplant, binnenin zal het zaad beginnen te groeien. Op tijd, met de juiste hoeveelheid licht en water, het embryo zal wortels en stengelgroei uitzenden.

Voor de juiste hoeveelheid vocht, geef je zaden van onderaf water. Plaats de zaailingtray in een iets grotere tray die gevuld is met water. De grond zal het water continu opnemen via de drainagegaten in de zaaibak. Deze methode houdt de grond constant vochtig zonder de zaden weg te spoelen.

Als u niet over de materialen beschikt om van onderaf water te geven, vernevel de zaden met een spuitfles.

Om de luchtvochtigheid te verhogen en verdamping te voorkomen, bedek de zaadbak met een doorzichtige koepel. Zo mogelijk, maak een paar gaten in de koepel om de luchtstroom te stimuleren. De koepel is optioneel en mag alleen worden gebruikt terwijl de zaden ontkiemen.

Je sappige zaden hebben heldere, indirect licht om te ontkiemen en te groeien. Directe zon kan de babybladeren gemakkelijk verbranden. Plaats uw zaaibak naast een helder raam voor het beste resultaat. De temperatuur moet warm en constant zijn, probeer dus niet te vaak van locatie te veranderen.

Als uw dienblad zich op een koelere plaats bevindt, misschien wilt u een verwarmingsmat gebruiken. Deze zijn goedkoop en gemakkelijk online te vinden. Schuif hem gewoon onder de bak en houd hem ingeschakeld terwijl de zaden beginnen.

Op tijd, je ziet babyrozetten of stengels uit de grond gluren. Houd de bodem en de lichtomstandigheden hetzelfde, maar verwijder de vochtigheidskoepel en de verwarmingsmat.

Wanneer de wortels volledig zijn gevestigd, je kunt langzaam minder water geven. Begin geleidelijk de verzorgingsinstructies voor een volwassen plant te volgen terwijl deze groeit.

Het kan verleidelijk zijn om je nieuwe vetplanten meteen in de tuin te introduceren, maar houd daar mee op. Babyvetplanten mogen pas worden getransplanteerd als ze volledig volgroeid zijn of geen ruimte meer hebben in de zaailinglade. Hoe ouder en meer ontwikkeld de wortels zijn, hoe groter hun kansen om het te halen.

Zodra uw nieuwe vetplanten in hun permanente huizen zijn geplant, houd ze in de gaten. Je moet leren hoe je voor de specifieke vetplanten die je hebt gekweekt, moet zorgen. Voor enkele algemene verzorgingstips, lees ons artikel over succulentenverzorging.

Dat is alles! Het is een lang proces, maar het kweken van vetplanten uit zaad is misschien wel het project voor jou.