Zachte, met water doordrenkte plekken op bladeren of fruit zijn vaak een symptoom van bacteriële zachtrot. Veel soorten groenten zijn kwetsbaar, waaronder broccoli, kool, sla, uien, wortelen, tomaten, aardappelen en paprika's. Wanneer zachtrotbacteriën broccoli, sla en kool infecteren, rotten de koppen. Vruchten van geïnfecteerde paprika- en tomatenplanten worden zacht en bruin. Wortelen rotten bij de kroon; uien worden eerst zacht in de nek en de rot verspreidt zich uiteindelijk in de bol. Aardappelknollen worden na de oogst zacht en papperig. In alle gevallen is een vieze geur duidelijk aanwezig.
De bacterie overwintert in de bodem op plantenresten. Warme, vochtige omstandigheden bevorderen de verspreiding ervan. Infectie komt vaak de plant binnen via een snijwond, blauwe plek of schade door insecten.