Nauwkeurige bepaling van het levend gewicht en het bepalen van het CV% zijn essentiële hulpmiddelen om de prestaties van vleeskuikens te voorspellen en ervoor te zorgen dat de doelstellingen voor het verwerkingsgewicht naar leeftijd worden gehaald. Vogels moeten minstens één keer per week worden gewogen, en steekproefomvang die groot genoeg is om representatief te zijn voor de koppelpopulatie. Het verhogen van de frequentie van wegen en de steekproefomvang, vooral dichter bij geplande uitputting, zal nauwkeurigere voorspellingen van levend gewicht en uniformiteit opleveren.

Het regelmatig wegen van vleeskuikens zal:

• Helpen bij het plannen van de juiste leeftijd voor verwerking
• Zorg voor betrouwbaar en voorspelbaar groeibeheer
• Zorg ervoor dat aan de specificaties van het eindproduct zo goed mogelijk wordt voldaan
• Maximaliseer de winstgevendheid

Handmatig wegen

• Weeg vogels op hetzelfde tijdstip van de dag, het nemen van monsters van minimaal 3 locaties in huis of hok.
• Gebruik weegschalen (met een nauwkeurigheid van ±20 g) of elektronische (met een nauwkeurigheid van ± 1 g) weegschalen, regelmatig gekalibreerd voor nauwkeurigheid en herhaalbaarheid.
• Tussen 0-21 dagen, weeg vogels in bulk (alleen gemiddeld gewicht van de vogels).
• Weeg vogels individueel vanaf 21-28 dagen, afhankelijk van leeftijd van verwerking (gemiddeld kuikengewicht en CV%).
• Weeg minimaal 100 vogels, of 1% van de bevolking (welke groter is) elke keer.

Automatisch wegen

• Controleer automatische gewichten door minimaal één keer per week handmatig te wegen.
• Plaats automatische weegsystemen waar vogels samenkomen en waar individuele vogels lang genoeg zullen blijven om het gewicht te registreren.
• Grote steekproefomvang is nodig voor een nauwkeurige schatting van het levend gewicht.