Welkom bij Moderne landbouw !
home

Een nadere blik op de hervormingen van de EU van het gemeenschappelijk landbouwbeleid

Met ingang van juni 2021, de EU heeft een akkoord bereikt over de hervorming van het nieuwe gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB), dat vanaf 2023 zal worden uitgerold.

Op grond van het voorlopig overeengekomen nieuwe GLB, De EU-lidstaten zullen hun eigen nationale strategische plannen ontwerpen, gebaseerd op EU-doelstellingen voor sociale, ecologische en economische duurzaamheid in de landbouw. De EU omschrijft dit nieuwe GLB als "eerlijker, groener en flexibeler" en een essentieel onderdeel bij het vervullen van de EU-strategie van boer tot bord, naast de doelstellingen van de EU Green Deal. Maar hoe verhoudt dit zich tot het Britse beleid?

Een belangrijke hervorming van het nieuwe GLB is de invoering van een herverdelingsinkomenssteunmechanisme, die tot doel heeft de inkomens van kleine en middelgrote landbouwbedrijven beter aan te pakken. Onder dit mechanisme, EU-landen zullen ervoor moeten zorgen dat ten minste 10% van hun totaalbedrag voor rechtstreekse betalingen over deze landbouwbedrijven wordt verdeeld. Verder, De lidstaten zullen worden verplicht om de kloof tussen de niveaus van betalingen die landbouwers in hetzelfde land ontvangen, te verkleinen, als onderdeel van het streven van de EU om de inkomenssteun te convergeren, zowel binnen afzonderlijke landen als tussen EU-landen. Jonge boeren (tot 40 jaar) kunnen volgens dit voorstel ook rekenen op minimaal 3% van het budget voor rechtstreekse betalingen per land.

Een duidelijk verschil tussen de hervorming van het GLB en het landbouwtransitieplan is de verschuiving van Engeland van rechtstreekse betalingen, bekend als de Basisbetalingsregeling (BPS), deze te vervangen door een nieuwe reeks milieuregelingen, inclusief de Stimuleringsregeling Duurzame Landbouw, de komende zeven jaar.

De EU zal een op subsidies gebaseerde aanpak blijven hanteren, terwijl Engeland de betalingen voor directe inkomenssteun geleidelijk zal afschaffen, waarbij boeren kiezen voor milieuregelingen.

De EU-lidstaten zijn verplicht om ambitieuzere klimaat- en milieu-elementen op te nemen in hun strategische plannen, naast het naleven van hogere milieu-eisen van de EU. Deze omvatten goede landbouw- en milieuomstandigheden (GLMC's), inclusief maatregelen voor bodembescherming en biodiversiteit. Beide beleidsmaatregelen wijzen op een verschuiving naar milieuvriendelijkere landbouwpraktijken. Echter, de EU zal een op subsidies gebaseerde aanpak blijven hanteren, terwijl Engeland de betalingen voor directe inkomenssteun geleidelijk zal afschaffen, waarbij boeren kiezen voor milieuregelingen.

Net als bij de Environmental Land Management Schemes (ELMS) in Engeland, de EU is van plan om verschillende Eco-regelingen uit te rollen onder het nieuwe GLB. Dit zijn vrijwillige regelingen voor boeren, bevordering van klimaat- en milieuvriendelijke praktijken en verbetering van het dierenwelzijn. Ten minste 25% van het budget voor rechtstreekse betalingen van de lidstaten zal aan deze regelingen worden toegewezen. Ten tweede, de EU zal een groter deel van de betalingen aan plattelandsontwikkeling besteden. Nog eens 5% (35% in totaal) wordt ingezet voor ingrepen op het gebied van klimaat, omgeving, biodiversiteit en dierenwelzijn onder de zogenaamde tweede pijler van het GLB. Deze omvatten toezeggingen voor agromilieubeheer en meer flexibiliteit bij betalingen aan gebieden met natuurlijke beperkingen. Deze zullen vergelijkbaar zijn met plattelandsbeheer en historische ELS/HLS-overeenkomsten.

Natuurlijk, een belangrijk verschil tussen beide beleidsmaatregelen is dat de EU-ecoregelingen beschikbaar blijven voor landbouwers als een vrijwillige aanvulling op rechtstreekse betalingen, zij het tegen een hoger percentage van het totale budget, terwijl de ELMS de toekomst zal vormen van alle betalingen in Engeland.

In de tussentijd, EU-landbouwers zullen zich moeten houden aan ambitieuzere basisvereisten dan de vorige vergroeningsregels in het kader van rechtstreekse betalingen. Dit omvat goede landbouw- en milieuomstandigheden (GLMC's). Dit zijn vrijwillige ecoregelingen en andere landbouwpraktijken die zijn opgenomen in individuele plannen van individuele lidstaten. Dit benadrukt misschien de hogere milieuverwachtingen van het Engelse beleid in vergelijking, met landbouwers die van deze regelingen afhankelijk zijn als zij betalingen willen ontvangen.

Als onderdeel van een "flexibele" aanpak, een ander belangrijk hervormingsgebied is dat EU-landen regels en financieringstoewijzingen kunnen vormgeven volgens hun specifieke behoeften door hun eigen strategische GLB-plannen te ontwerpen. Deze zullen gebaseerd zijn op negen gemeenschappelijke EU-doelstellingen. Dit omvat de mogelijkheid voor elk land om te beslissen wat een "actieve boer" is op basis van EU-wetgeving, en dus GLB-betalingen ontvangen. Algemeen, de totale GLB-begroting blijft met 387 miljard euro vergelijkbaar met voorgaande jaren. Een belangrijk contrast met het Engelse landbouwbeleid is dat er niet langer een afgebakend bedrag gereserveerd is voor Engelse boeren. In plaats daarvan, het budget zal onder andere worden vastgesteld voor binnenlandse activiteiten.

Wat zijn de mogelijke effecten van de hervorming van het GLB?

Volgens het Gemeenschappelijk Centrum voor Onderzoek (JRC), het voorstel voor de hervorming van het GLB van de EU, naast de strategieën van boer tot bord en biodiversiteit van de EU, veranderingen in de EU-prijzen kunnen zien, productie, de omgeving, en de handelspositie van de EU.

Opgemerkt moet worden dat dit rapport het resultaat is van een modelleringsoefening (CAPRI-model) die geen nauwkeurige projecties oplevert, en moet daarom met de nodige voorzichtigheid worden toegepast. Het werpt echter enig licht op wat we op de lange termijn zouden kunnen verwachten als deze voorstellen zouden worden uitgevoerd.

Vanuit een economisch perspectief, het model van het JRC suggereert dat we de productie in de EU mogelijk terug zien lopen, vanwege de opbrengstdalingen die gepaard gaan met toegenomen biologische landbouw en vermindering van pesticiden. Deze veranderingen in de productie kunnen de handelspositie van de EU op lange termijn beïnvloeden, met de netto-exportpositie voor granen, varkensvlees en gevogelte zullen naar verwachting afnemen, terwijl het handelstekort voor oliehoudende zaden, fruit en groenten, rundvlees en schapen, zal naar verwachting groter worden. Tegelijkertijd, producentenprijzen kunnen stijgen, vooral voor dierlijke producten.

Algemeen, de reacties op de overeenkomst zijn gemengd, sommige organisaties suggereren dat het hervormde beleid een ongekende uitdaging zal zijn voor de landbouwgemeenschap in de EU. Hoe het nieuwe GLB wordt geïmplementeerd, en hoe dit toekomstige beleid zal interageren met het VK, valt nog te bezien. Deze volledige beoordeling is pas mogelijk als de overeenkomst is vertaald in wetteksten en afgeleide wetgeving.


Veeteelt
Moderne landbouw

Moderne landbouw