Welkom bij
Moderne landbouw
!
Na te hebben bevestigd dat de uitrustingsmogelijkheden voldoen aan het aantal te plaatsen kuikens, installeer de benodigde broedapparatuur en controleer of alle apparatuur werkt. Zorg ervoor dat al het water, voeden, warmte- en ventilatiesystemen goed zijn afgesteld.
Controleer of alle verwarmingen op de aanbevolen hoogte zijn geïnstalleerd en op maximaal vermogen werken. Verwarmingstoestellen moeten voldoende tijd worden gecontroleerd en onderhouden voordat het voorverwarmen begint.
De thermostaat moet op vogelhoogte en in het midden van de broedruimte worden geplaatst. Temperatuurbereiken moeten dagelijks worden geregistreerd en mogen gedurende een periode van 24 uur niet meer dan 2 graden Celsius afwijken.
Huizen dienen voorverwarmd te worden zodat zowel de temperatuur (vloer en omgevingstemperatuur) als de luchtvochtigheid 24 uur voor plaatsing gestabiliseerd is. Om het bovenstaande doel te bereiken, moet het voorverwarmen minimaal 48 uur voor het plaatsen van de kuikens beginnen.
Kuikens hebben de eerste vijf dagen niet het vermogen om de lichaamstemperatuur te reguleren en de thermoregulatie is pas op de leeftijd van 14 dagen volledig ontwikkeld. Het kuiken is sterk afhankelijk van de beheerder om voor de juiste strooiseltemperatuur te zorgen.
Als het strooisel en de luchttemperaturen te koud zijn, interne lichaamstemperatuur zal afnemen, wat leidt tot een toename van het kruipen, verminderde voer- en wateropname, groeiachterstand en vatbaarheid voor ziekten.
Bij plaatsing, vloertemperaturen dienen bij geforceerde luchtverwarming minimaal 32 graden Celsius te zijn.
De strooiseltemperatuur moet vóór elke plaatsing worden geregistreerd. Dit zal helpen om de effectiviteit van voorverwarmen te evalueren.
Minimale ventilatie moet worden geactiveerd zodra de voorverwarming begint om de rookgassen en het overtollige vocht te verwijderen.
Binnen de broedruimte moeten 14-16 drinkbakken/1000 kuikens aanwezig zijn. Alle drinkers moeten worden doorgespoeld om eventuele resterende ontsmettingsmiddel te verwijderen.
• Verwijder vóór het vullen al het resterende water uit de reiniging
• Voer moet worden verstrekt als een crumble van goede kwaliteit
• Plaats geen voer of water direct onder de warmtebron, omdat dit de voer- en wateropname kan verminderen.
